De Romeinse stad met de naam van Keltische oorsprong was Arilica.
Deze lag in het huidige historische centrum en was een vicus en was, net als Verona, onderworpen aan de Poblilia stam.
In de Romeinse tijd werd het gebied van Peschiera del Garda doorkruist door een belangrijke Romeinse weg, de Via Gallica.
Plinius de Oude beschrijft de stad als een gebied met overvloed aan vis dankzij het meer dat uitmondt in de rivier de Mincio.
De Romeinse opgravingen bevinden zich in het centrum van het stadje naast de kerk van San Martino.
In het bewaarde en beschermde deel herkent men aan de noordzijde een plattegrond van een huis met uitzicht op een geplaveide binnenplaats.
De kamers hebben verschillende vloeren; mozaïek, stenen en cocciopesto. Het interne deel is geplaveid.
Het zuidelijke deel schets enkele kamers waarvan het gebruik moeilijk te definiëren is.
Het onderdeel wat nu is blootgelegd is verkleind in vergelijking met de originele opgraving.
In 1981 werd een minder belangrijk deel weer herbegraven en kreeg een nieuwe bouwbestemming.